Alle zwemreeksen bestaan uit een volgorde van slagen. Elke slag of figuur duurt 8 tellen. De tellen worden door de maat van de muziek aangegeven. De reeks wordt herhaald tot de overkant van het bad is bereikt of als de tijd om is. Als de overkant bereikt is of als de muziek stopt, zwemt iedereen naar de overkant en gaat zo snel mogelijk uit het bad.
Bij alle reeksen doe je het volgende :
Je doet hetzelfde als zonder muziek en probeert in de maat de bewegingen te doen.
Ga in een dubbele rij staan. Zodra de scheidsrechter aangeeft dat jullie mogen starten doe je het volgende:
Potloodsprong: Armen rechtomhoog langs je oren , naar voren stappen en te water gaan.
Reeks 1 droog oefenen met en zonder muziek:
Reeks 2 droog oefenen met en zonder muziek:
Koprol achterover:
Reeks 3 droog oefenen met en zonder muziek: